Op 6 maart, de jaarlijkse Dag van de Logopedie, staat heel Europa stil bij de impact die verschillende types van communicatiestoornissen kunnen hebben op een mensenleven. In 2016 ligt de focus op ontwikkelingsdyspraxie bij kinderen. In dit artikel trachten we u een beter beeld te geven wat (verbale) ontwikkelingsdyspraxie inhoudt, de kenmerken ervan en welke interventies en ondersteuning mogelijk zijn bij verbale ontwikkelingsdyspraxie.

Ontwikkelingsdyspraxie, wat is dat nu precies?

Ontwikkelingsdyspraxie is een stoornis in het handelen (dys = stoornis en praxie = handelen) die al van de geboorte aanwezig is, zonder dat er een duidelijk letsel aan voorafgegaan is. Bij verbale ontwikkelingsdyspraxie spitsen de problemen zich verder toe op de bewegingen die nodig zijn voor de spraak. Het is het onvermogen tot het juist aansturen van de spraakspieren (tong, lippen, kaken, gezicht) bij het vormen van spraakklanken en voor het combineren van deze klanken tot lettergrepen en woorden. Met de spieren is in het algemeen niets mis. Hoewel een kind weet wat het wil zeggen, kan hij/zij het niet goed. Naast problemen die te maken hebben met het handelen en de spraak, gaat de stoornis ook vaak gepaard met moeilijkheden in taal, denken, waarnemen en een gevoelige tastzin. Is het dan erfelijk? Neen, het is niet erfelijk bepaald.

Heeft mijn kind ontwikkelingsdyspraxie? Zijn er duidelijke kenmerken?

Bij ontwikkelingsdyspraxie loopt de coördinatie van bewegingen, het uitvoeren van handelingen, het aanleren van motorische vaardigheden en het automatiseren van motorische vaardigheden niet vanzelfsprekend.

Zo zien we

-          Vertraging bij motorische ontwikkelingstaken: zitten, kruipen, staan of lopen. Ook zijn er soms moeilijkheden merkbaar met fietsen, bal vangen en werpen, weinig evenwicht.

-          Onhandige of houterige bewegingen

-          Krachtinschatting is moeilijk: vastgrijpen van een bekertje

-          Fijne motoriek loopt stroef: schrijven, tekenen, puzzelen, veters binden, spelen met blokken…

-          De keuze van activiteiten is vaak iets wat al door het kind gekend is.

-          Sommige handelingen kunnen ze wel spontaan, maar niet op vraag uitvoeren.

Naast de motorische kenmerken zien we ook vaak talige kenmerken:

-          Vaker articulatiemoeilijkheden

-          Problemen in het verbale uitdrukken, vloeiendheid in spreken

-          Woordvindingsproblemen

Psychische kenmerken:

-          Sociale vaardigheden: soms onvolwassen gedrag, wispelturig

-          Overdreven emoties, weinig of juist veel angst

-          Gedragsproblemen door onzekerheid of frustratie

-          Emotionele moeilijkheden als gevolg: laag zelfbeeld en faalangst

Overige kenmerken:

-          Tragere informatieverwerking, moeite met complexe opdrachten

-          Lager werktempo

-          Gering organisatievermogen en beperking in probleemoplossend denken: ze hebben moeite om volgordes in te schatten, taken te plannen, agenda in te vullen

-          Weinig exploratiegedrag: ze gaan zelf niets uitproberen en vertonen soms vermijdingsgedrag bij nieuwe opdrachten

-          Moeilijkheden met visueel-ruimtelijke organisatie. Dit houdt in dat het kind moeilijkheden ervaart in het overzien van de situatie, het terugvinden van een voorwerp in de ruimte, ruimtelijke begrippen en het zien van details en verschillen in de ruimte. Hierbij aansluitend zien we moeilijkheden met kloklezen, ordening en gevoel voor tijd en moeite met de begrippen links, rechts, voor, na, boven, onder.

-          Aandacht en concentratie

Mijn kind vertoont wel enkele kenmerken. Wat zijn stappen die ik als ouder moet ondernemen?

Verbale ontwikkelingsdyspraxie zorgt voor heel wat lijden bij het kind. Hij/zij wordt moeilijk begrepen en verstaan, het schools leren wordt negatief beïnvloed en sociale communicatie loopt niet van een leien dakje. Het is dan goed om verdere stappen te ondernemen.

Om een volledig beeld te krijgen van uw kind is multidisciplinaire diagnostiek aangewezen.  De problemen kunnen immers duiden op een vertraging of stoornis binnen de ontwikkeling of kaderen binnen ruimere ontwikkelingsproblematiek. Tijdens het kunnen de ervaren moeilijkheden en de hulpvragen van de cliënt in kaart gebracht worden. Op basis van deze gegevens kan een uitgebreid diagnostisch onderzoek volgen op maat van het kind. Afhankelijk van de gemelde problemen kan het type en aantal geplande onderzoeken verschillen van kind tot kind.

Met de gegevens uit het onderzoek kan samen met de ouders een gepaste behandeling besproken worden. Dit kan gaan om psychologische en/of logopedische en/of psychomotorische of andere begeleiding, naargelang de verwachtingen en de mogelijkheden van uw kind.

Go to top