Faalangst is een angstige reactie op situaties waarin je inschat dat de kans op mislukken groot is en waarbij dit falen een belangrijke bedreiging vormt voor je waarden. Het kan hierbij gaan over verschillende waarden zoals: waardering en liefde van anderen; doelstellingen in de toekomst (bv. “dokter willen worden”); zelfbeeld en eigenwaarde.
Faalangst kent verschillende vormen. Zo kan Faalangst bij verschillende personen er heel anders uitzien.
Er wordt allereerst een onderscheid gemaakt tussen Actieve en Passieve faalangst.
Bij Actieve faalangst wordt de lat hoog gelegd en wordt er veel energie gestoken in die hoge standaarden halen. Soms zorgt actieve faalangst in eerste instantie voor succes, maar op lange termijn wordt de situatie vaak onhoudbaar.
Bij Passieve faalangst wordt de lat net zeer laag gelegd en wordt de situatie afgedaan als onbelangrijk of uit de weg gegaan.
Sommige mensen zullen eerder actieve of net passieve faalangst vertonen. Maar mensen kunnen ook wisselen tussen actieve en passieve faalangst naargelang de situatie: bv. iemand die de lat steeds hoog legt en veel moeite doet om falen te voorkomen, kan plots beslissen dat het toch niet belangrijk is en er geen energie meer in steken.
Naast het onderscheid tussen actief en passief worden er nog drie types onderscheiden. Deze types kunnen samen of afzonderlijk voorkomen en faalangst is dus meer dan enkel- de vaak vernoemde- angst voor toetsen en leerstof:
Net als andere vormen van angst, zet faalangst lichamelijke reacties (blozen, buikpijn, zweten, stotteren,…), gedragspatronen en denkprocessen in gang.
Lichaam: Het is belangrijk te weten dat deze lichamelijke reacties op zich – hoewel ongemakkelijk – niet gevaarlijk zijn en vaak vanzelf weer wegebben.
Tip: probeer eens wat ontspanningsoefeningen, panikeer niet bij lichaamssensaties
Doen: angst kan verschillende gedragingen uitlokken: verlegen en gesloten worden, de clown uithangen, wegdromen, alle details vanbuiten leren… dit gedrag dient vaak om de angstige situatie (= falen) uit de weg te gaan.
Tip: beloon niet-faalangstig gedrag en ga niet mee in vermijdingsgedrag
Denken: mensen met faalangst hebben vaak een negatief zelfbeeld en focussen op wat ze niet kunnen, ze hebben vaak nog enkel oog voor de test of de situatie die angstig maakt, ze kiezen soms te moeilijke of te makkelijke situaties zodat mislukken voorkomen wordt (bij te moeilijke opdrachten ligt falen namelijk aan de opdracht en niet aan hen, bij te gemakkelijke opdrachten zal er niet gefaald worden), succes wordt verklaard door toeval of door een gemakkelijke opdracht, mislukking wordt enkel gezien als hun schuld (i.p.v. te moeilijke opdracht),…
Tip: verzin andere verklaringen voor succes of falen, leer positief denken, heb ook aandacht voor andere kwaliteiten (elke persoon is uniek en heeft zijn eigen talenten; wie bepaalt dat goed kunnen lezen belangrijker is dan creatief zijn?)
Faalangst heeft veel gezichten. Bovendien zijn geen twee personen dezelfde. Wat voor de ene werkt, helpt de andere niet. (bv. waar de een zich gerustgesteld voelt door een intensieve opvolging, zal dit de andere sterken in het idee het niet zelf te kunnen (“Waarom zouden ze me anders zo intensief helpen?”). Praat er daarom in eerste instantie over met je kind, probeer hierbij te begrijpen hoe moeilijk faalangst kan zijn en je kind serieus te nemen. Wees hierbij niet bang toe te geven dat ook jij soms dingen fout doet net als iedereen en dat dit niet erg is.
Soms is verdere hulp nodig. Praat erover met de school, leerkrachten of hulpverleners. Ook wij helpen jullie graag verder.